Brandewijn
Brandewijn wordt verkregen door destillatie van een vloeistof waarin gisting is ontstaan, zoals uit wijn, of moutwijn tot 35% alcohol.
De perzikpit geeft een karakteristieke geur en smaak aan brandewijn.
Inmaakbrandewijn heeft de karakteristieke smaak van vanilletonen en een lager alcohol percentage, ongeveer 24%.
De naam komt van ‘gebrande wijn’, de Engelse verbastering is brandy.
Te bestellen bij de slijter, gebruikt om zelf drank te maken.
Het destillaat van brandewijn stamt uit de 11e eeuw! Het heeft van oorsprong al een suikergehalte van 20 gr. suiker per liter. De perzikpit geeft een karakteristieke geur en smaak aan brandewijn.
Inmaakbrandewijn met 28% alcohol is verkrijgbaar bij de slijter. Let op: Onder de 15% gaat inmaak verloren door gisting en bederf.
Experimenten met wodka of jenever worden ook uitgeprobeerd.
Suikerstroop
Suiker lost moeilijk op in water en watermengsels. Het is handig de oplossing bij de hand te hebben door deze vooraf te maken. 42 cl. water - 1 kg. kristalsuiker
Verwarm dit mengsel in een pan, roer het geregeld. Als het kookt, voeg je 0,5 gr. citroenzuur toe. Het schuim dat ontstaat met een spatel verwijderen.
Na precies 10 min. giet je de vloeistof door een fijne doek en laat het afkoelen in de pan. Giet de goudkleurig getinte siroop in een fles. Deze oplossing is 72% en zal niet kristalliseren. Het eindproduct blijft helder van structuur. Suikerstroop kun je ook maken van bruine- of rietsuiker.
Inmaken van fruit, algemeen
1 kg. verse vruchten of ¾ kilo gedroogde vruchten (gebruik alleen gaaf en rijp fruit)
250 gram suikerstroop
1 liter Brandewijn
Doe bij de vruchten 1 onbehandelde citroen.
Je kunt vruchten inleggen mét of zonder pit.
Vruchten die je eerst moet ontpitten: pruimen, perzik en abrikoos.
Dit hoeft niet bij: frambozen, kersen en sleedoorn. Kersen, frambozen kun je dus wél inleggen met pitjes.
Voor het inmaken zijn vele soorten geschikte vruchten mogelijk. Het is leuk om eindeloos te variëren, maak er je hobby van.
Je kunt ook experimenteren met allerlei soorten noten. Die kun je ook goed inmaken op cognac of rum en evt. een vanillestokje toevoegen.
Bedenk wel dat je moet zeven bij:
toevoeging van soorten basten, wortels, stokjes.
Grote porties zeef je door/met een schone katoenen doek
Kleine hoeveelheden kun je zeven door een koffiefilter.
Rumtopf
Je kunt de rumtopf gebruiken om fruit in te maken door telkens verschillend fruit te bewaren en er aan toe te voegen.
1 kg. fruit met 1 kg. suiker kun je voor of na toevoegen. Het fruit moet je wel voorzichtig wassen. Verwijder steeltjes, pitten en beschadigingen.
Schillen kun je gebruiken, maar dikke schillen van tevoren inprikken, zodat de alcohol in de vrucht komt/doordrenkt.
Als je fruit over hebt, is het altijd handig, nuttig om te gebruiken in de rumtopf. Zo spaarde men het vroeger het hele jaar door voor feestjes.
De inhoud van de rumtopf is te gebruiken voor roomijs, panna cotta, yoghurt, cake, pannenkoek, fruittaart, of de inhoud op te lepelen.
Gebruik altijd zachte soorten vruchten, het liefst seizoenvruchten. Snijd dikke vruchten vooraf in twee of vier stukken.
Leg eerst een deel suiker in de pot en daarna de vruchten. Weeg ze aldoor: je voegt steeds 50 % - 60% van het gewicht aan suiker toe. Herhaal dit iedere keer als je vruchten toevoegt.
Dus suiker – vruchten – suiker – vruchten – suiker.
De vruchten moeten royaal onder de alcohol staan.
Kersen kun je eerst ontpitten zodat ze de alcohol beter opnemen.
Daarom kun je dikke schillen beter eerst inprikken.
Na de laatste vruchtentoevoeging nogmaals een flinke laag suiker en wacht dan minimaal een maand. Belangrijk: Sluit rumtopf of weckpot goed af.
Varieer, bedenk wat allemaal wel/niet kan!
Aanzoeten kan ook met zuivere honing of kant en klare zoetstof.
je hoeft bijvoorbeeld niet altijd suiker toe te voegen.
Fruit in potten
Fruit hoeft niet altijd te koken. Doe het in een afsluitbare pot en overgiet het met sterke drank naar keuze, tot het fruit onder de vloeistof staat. Suiker toevoegen hoeft niet, je kunt later suikerstroop toevoegen indien gewenst.
Wat nog meer toevoegen aan je drankje?
Kruidnagel - Jeneverbes - kruiden - steranijs, zoethout of venkel (deze geven een zoetige afdronk). Anijszaden kun je beter eerst weken.
Er kan nog meer, de natuur geeft ons veel moois. Let op, er zijn ook giftige planten.